Informatie
Afgifte witte kentekenplaten
Bij afgifte van witte kentekenplaten van de modellen 27.15 tot met 27.29 en 30.7 tot en met 30.16, moet u het volgende controleren:
Bij de modellen 27.15 tot en met 27.17, 30.7 en 30.8 (tijdelijke kentekenplaten); een kentekenbewijs deel IA óf een kentekenbewijs op creditcardformaat (kentekencard) óf een geldig voorlopig kentekenbewijs óf een proces-verbaal van aangifte van vermissing of diefstal van het kentekenbewijs en de desbetreffende kentekenplaten.
Bij de modellen 27.18 tot en met 27.20, 30.9 en 30.10 (transitokentekenplaten); een transitokentekenbewijs.
Bij de modellen 27.21 tot en met 27.23, 30.11 en 30.12; een kentekenbewijs voor weging en onderzoek.
Bij de modellen 27.24 tot en met 27.26, 30.13 en 30.14 (aanhangwagens
Bij een kentekenbewijs deel IA van een nog niet te naam gesteld kentekenbewijs (een ongedateerd kentekenbewijs); een bedrijfsvoorraadpas.
Witte kentekenplaat voor export
Bij de afgifte van witte kentekenplaten van de modellen 18.2, 27.1, 27.2, 27.10, 27.30, 27.31, 30.1 tot en met 30.4 voor export:
Het papieren kentekenbewijs deel II dat is uitgereikt voor export. Deze exportkentekenplaten hoeven niet voorzien te zijn van het Europees embleem en NL- teken, het waarmerk van de lamineerder, uw keurmerk en een zwarte rand.
Tijdelijke witte kentekenplaten
Bij vermissing van kentekenplaten én het papieren kentekenbewijs deel IA of het kentekenbewijs op creditcardformaat (kentekencard), moet eerst een vervangend kentekenbewijs aangevraagd worden. Met het nieuwe kentekenbewijs moeten nieuwe kentekenplaten aangeschaft worden.
Om in afwachting van de nieuwe kentekenplaten toch met het voertuig op de openbare weg te kunnen rijden, moet het voertuig voorzien zijn van tijdelijke kentekenplaten.
Als een voertuig 2 kentekenplaten moet voeren, moet de voor- en achterzijde van het voertuig voorzien zijn van een tijdelijke kentekenplaat.
Bij de afgifte van kentekenplaten van de modellen 27.15 tot en met 27.17, 30.7 en 30.8 (tijdelijke kentekenplaten) moet u het volgende controleren:
het kentekenbewijs deel IA óf de kentekencard óf een proces-verbaal van aangifte bij de politie van vermissing of diefstal van het papieren kentekenbewijs, de kentekencard en de kentekenplaten.
De tijdelijke kentekenplaten moet u aan de linkervoorzijde voorzien van het nummer van de maand waarop de kentekenplaten afgegeven worden (de lopende maand).
Worden de tijdelijke kentekenplaten na de zevende dag van de maand afgegeven, dan voorziet u de tijdelijke kentekenplaten van het nummer van de lopende of de volgende maand. Bijvoorbeeld: bij afgifte op 7 februari is het maandnummer 02; bij afgifte op 8 februari is het maandnummer 02 of 03. Het maandnummer bestaat uit 2 cijfers en moet 90 graden linksom gedraaid en verticaal zijn aangebracht (de leesrichting is van beneden naar boven).